Ik moest opkomen voor mijn rechten en werd weggezet als ‘Rupsje Nooitgenoeg’.

Komende uit een ondernemersfamilie is me met de paplepel ingegoten om hard te werken. Dat heb ik dus altijd gedaan. Een over-achiever, minimaal. Targets haalde ik ruimschoots, projecten zette ik zelfstandig neer en successen behaalde ik juist doordat ik bleef doorgaan. Toch werd dat niet altijd zo gezien. Integendeel.


Zo kreeg ik in het verleden tijdens het werk bijvoorbeeld dezelfde beoordeling als een collega die aantoonbaar minder presteerde. En waar ik dacht dat mijn resultaten iets zeiden over mijn inzet, werd er tussen de regels door gesuggereerd dat mijn succes vooral te maken had met het feit dat ik een vrouw was. Alsof ik bevoorrecht was, in plaats van dat ik me dubbel en dwars moest bewijzen.

De bijnaam die ik daarbij kreeg – “rupsje nooit genoeg” – paste in datzelfde plaatje. Wanneer ik op moest komen voor mijn rechten trachte men mij de mond te snoeren met “Hou maar eens pas op de plaats, Rupsjenooitgenoeg”. Mijn ambitie werd weggezet als té veel, mijn verlangen naar erkenning als lastig. En wanneer ik assertief en professioneel optrad, werd dat bestempeld als “te direct”. Alsof ik niet paste binnen het verwachtingspatroon van de huidige norm.

Deze ervaringen hebben me gevormd. Ze lieten me zien dat ik niet wil werken in een omgeving waar prestaties niet eerlijk worden gewaardeerd, of waar succes wordt verkleind tot een toevalligheid van gender. Inmiddels heb ik de bijnaam met volle trost omarmd; een rups die zich als een vlinder ontpopt. Dank daarvoor. Ik kies bewust voor plekken waar inzet en talent écht tellen, en waar gelijkwaardigheid de norm is.


Eline

Heb jij ook iets meegemaakt?

Laat je stem horen